06 Sjamaanse reis naar Bali

Sjamaanse reis naar Bali

Afsluiting van het sabbatical van roelien

Hieronder vind je leuke foto’s en boeiende info over Bali die je niet uit een reisgids kunt halen.
Van de vele belevenissen kan ik er jammer genoeg maar een paar met je delen. Want dit is geen boek. Zo mediteerde ik in retraitecentrum Nirarta, verbleef in het Agung Rai kunst- en cultuurcentrum in Ubud, maakte dolfijnentochten vanaf de Lovinakust en onderging het jaarlijkse ritueel in de Besakihtempel op de grote vulkaan de Gunung Agung. Onderaan vind je een lijst met adressen en tips voor als je zelf een keer naar Bali gaat.

Bezoek aan meditatiecentrum Nirarta

Na de lange reis uit Nederland werd ik opgehaald door de mensen van het Nirarta retraiteoord. Na anderhalf uur hebben we alle toeristische oorden achter ons gelaten en rijden we de heuvels in om langs steeds smallere weggetjes en kleinere dorpjes bij het Nirarta centrum aan te komen. Het ligt midden in de natte rijstvelden op een helling. Ik krijg een benedenverdieping van een stenen huisje met rieten puntdak.

De volgende ochtend

Buiten zijn nu de nachtelijke kikkers, krekels en gekko’s opgehouden met hun concert en beginnen de vogeltjes hun belletjesroep te laten horen. Eén of andere waterbuffel kreunt OHM in een schuurtje. De gekko boven mijn hoofd zegt nu “gekko, gekko” en is zeer verliefd op een andere gekko, ze doen een rondedansje geplakt tegen het plafond. Ik zet de gekko’s op een tekening en het zal later een schilderij worden, “gekko’s in love”! In de meditatiezaal kijk ik rond. Het is een grote 8-hoekige ruimte met een prachtig rieten puntdak. Wat bouwen ze hier mooi! De balken structureren luchtig en versierd. Alles in harmonie, vorm, structuur en versiering, in een heilige orde gebouwd.

We gaan samen met de cursisten en lokale mensen – 10 jongemannen die hier werken – ochtendoefeningen doen. Peter, de Engelse eigenaar die met zijn Balinese vrouw Dayu het centrum begeleidt zit de stille meditatie voor. Alle medewerkers; kok, tuinman, chauffeur etc. doen mee aan yoga, meditatie en groepsleven. Heel bijzonder en typerend voor de fijne instelling van de mensen hier. Zo worden de dorpsjongens opgeleid, leren Engels en krijgen scholing om zelfstandig later een eigen beroep of positie te gaan zoeken. Samen met de Amerikaanse leraren David en Carla ga ik zitten. Ik hoor een prachtig ruisen. Vlakbij kabbelen kleine beekjes door de rijstvelden. Uit de diepe vallei stijgt een geweldig ruisen op van de bergrivier die het regenwater van de vele slagregens afvoert. Het is nog steeds regentijd ook al zou deze nu bijna afgelopen moeten zijn. Dat betekent 4 tot 5 uur slagregens per dag. Heel wat meer dan ik verwacht had. Maar nu schijnt de warme zon op mijn rug en open ik mij voor de energie van dit mooie groene eiland. Wat een heerlijke stilte…..
Opeens schrik ik van een hevig geschreeuw, op zo’n 30 meter afstand van de meditatiezaal lopen mannen rond om de vogels van het rijpe rijstveld te verjagen. Dit zal voor mij en de cursusgroep waar ik aan deelneem de komende week een grote uitdaging zijn. Je komt voor de stilte en de hele dag slaan er mensen op metaal en schreeuwen als levende vogelverschrikkers. Ze moeten zo hard werken in de hete zon. Toch lukt het mij om mij door het ruisen van de rivier te laten meenemen.

De plek heet Nirarta naar een wijze Hindu Guru die in Indonesië rondtrok en het hindoeïsme combineerde met het Sjamanistische geloof dat er al was en het Boeddhisme. Boeiend dat tolerantie de basis was. Nog steeds is dit de Balinese levenshouding, die ze hier ´unfolding´ noemen, openvouwen, plooibaarheid – met de stroom van de intuïtie meegaan en leven in verbinding.

We leren in deze ‘beyond empathy’ -cursus ook over de Balinese samenleving. Het blijkt in te houden dat wij vooral de hindoerituelen leren, wat veelal het brengen van offers inhoudt.
’s Avonds leren wij van de fijngevoelige eigenaresse Dayu om offers te brengen. Bij volle maan dragen wij de mooi versierde offers van bloemen, rijst en wierook in palmblad-mandjes naar de ‘huistempel’. Dit is een speciale ommuurde tuin met een aantal overdekte altaren. Een heerlijk plekje. Overal op de paden – ook voor mijn hut/huisje – liggen extra offers voor de elementen water, aarde, water, vuur en lucht. Je moet goed uitkijken waar je loopt. De witte huishond Rocky eet vervolgens de hapjes van de offers, maar dat hoort er gewoon bij.
Jammer genoeg valt de cursus mij verder erg tegen, niet genoeg diepgang en als Peter les geeft erg droog. Maar ik kom op mijn eigen wijze toch dichter bij de Bali Spirit. Ik ga veel tekenen en daar ontstaat later een hele nieuwe reeks schilderijen uit. De Bali Serie.

Meditatie met donder en bliksem

Als het onweert onweert het goed. Dat leer ik de 2e dag al. Door de klimaatsveranderingen is de moesson, de regentijd, nog erg hevig en doen de donderslagen alles schudden. Ik hou van het onweer, want de indianen hebben mij al lang geleden geleerd wat een prachtige kracht het is. Zij konden op de prairie staan juichen als de bliksem naar beneden sloeg en riepen dan: ‘Father Sky makes love with Mother Earth !!!!!’ Daar wordt je blij van.
Nu zit ik in de avondmeditatie en verbind mij weer met het prachtige ruisen van het water. Het is een heerlijk gevoel en langzaam los ik op in dit geluid. Mijn huid verdwijnt en mijn bewustzijn voelt ruim en groot als een transparant veld in deze grote groene vallei. Heerlijk is het om zo vrij te zijn. Los van alles te weten dat ik naast mens- ook zielenverbinding kan zijn. Hier heb ik zo naar verlangd. Naar deze ruimte. Het rommelt in de verte en dit draagt bij tot de diepte van het landschap. Plotseling uit het niets slaat de bliksem in naast de meditatieruimte met een ongelooflijk harde donderklap. De ramen rinkelen en tot mijn grote verbazing schrik ik niet. Wie is het die dit waarneemt in de leegte? Ben ik zo transparant dat ik er niet van schrik? Want zoals het voelde is mijn ‘ik’ niet thuis, maar ben ik één-met-het-Al. Ik heb dit nog nooit meegemaakt en misschien is dit wel het belangrijkste van de hele reis.

Ontmoeting met een uitzonderlijke man, mr. Agung Rai

De tweede week gaan we met de groep naar de culturele hoofdstad Ubud. Daar worden we ontvangen bij mensen thuis. Adji is een echte gentleman, gepensioneerd hoofd van een school. Zijn vrouw Ibu zal ons verwennen met een heerlijke maaltijd en gaat ons voor in de huistempel. Zij hebben eenvoudige logies waar verschillende cursisten verblijven. Ik kies er voor om in het Agung Rai centrum te gaan logeren omdat je daar kunt schilderen en ’s avonds in het theater de dansen kunt zien. Het is een prachtig kunstmuseum, gelegen in grote tuinen met lotusvijvers en een heerlijk zwembad. Echt een plek om bij te komen. De directeur, mister Agung Rai, wordt algauw een goede vriend. Hij neemt mij ’s ochtends om 6.00 uur mee op tochten die hij ‘The Golden Hour’ noemt. Samen bezoeken we dan tempels en verborgen krachtplaatsen als de eerste zonnestralen door de bomen schijnen.
Agung Rai is een bijzondere man die vijftig jaar geleden als zwerfjongen vanuit zijn dorpje 20 kilometer naar de kust liep met kunstwerkjes van de dorpelingen. Hij verkocht ze aan de eerste toeristen voor een dollar per stuk. Later huurde hij daar een schuurtje en begon de eerste kunstgalerie. Nu gebruikt hij de opbrengst van zijn hotel resort om o.a. kansarme kinderen te steunen zodat zij dans-, muziek- en schildercursussen kunnen volgen. Op zondagmorgen kun je de danslessen van deze kinderen zien in een grote museumhal. Ook steunt hij allerlei culturele activiteiten en heeft het mooiste museum van Bali. In Nederland kocht hij ook Nederlandse kunst voor zijn museum. Maar hij heeft er ook voor gezorgd dat niet alle antieke Balinese kunst naar het buitenland is verdwenen. Voor kunstenaars is dit echt een inspiratieplek. Ik voelde mij als kunstenaar door hem gesupport en heb meegedaan aan de schilderklas en veel inspiratie voor mijn schilderijen mee naar huis genomen.

The Golden Hour excursies met mr. Agung Rai, info bij: www.armaresort.com

Purificatieceremonie met zeewater voor het nieuwe Balinese jaar

Samen met Adji Ariati en onze gids, de Engelse leraar Nyoman, gaan we deelnemen aan een zuiveringsceremonie. Samen met rijen pelgrims rijden we vanuit Ubud door de rijstvelden naar de zee. Het is een drukte van belang. Politieagenten regelen het verkeer en dan gaan we te voet verder langs kleine wegen.
Op het strand slaan woeste golven op de kust. Hier ga je niet even zwemmen maar maak je voorzichtig je voeten nat en reinig je je hoofd met zeewater. Dit zijn allemaal voorbereidingen voor het nieuwe jaar, net als de grote monsterpoppen van 10 meter hoog die op elke straathoek in aanbouw zijn. Zij zullen in processie rondgedragen en verbrand worden. Dit om het kwaad van het hele jaar los te laten. Het doet me denken aan de stropoppen van de Kelten in Europa.
Het is heerlijk dat de zeewind koelte brengt. De algemene temperatuur is vaak 35 graden en door de hoge vochtigheid en de vele regens vind ik dat best zwaar.
Ik geniet van de prachtige taferelen. We zijn de enige blanke groep tussen de pelgrims en het is een unieke ervaring zo’n gastvrijheid van al die mooie Balinese mensen.

In Ubud is natuurlijk heel veel te zien. Zo is er een museum met een kunstcollectie van een Nederlander, Arie Smit, die zijn hele leven in Bali woonde. Prachtige expressionistische schilderijen en zeker de moeite waard. Een beroemde maskermaker heeft een galerie met honderden maskers. Ik liet mij inspireren om zelf een schilderij te maken met mijn eigen ontwerp van een masker met dolfijnen. Hoogtepunt was de dansvoorstelling ‘de Kecak Dance’ waar 300 mannen ’s avonds in een staccato-ritme klanken maken en als één levend organisme bewegen. Zeker tranceverwekkend en van een grote kracht. Lief en klein was het wajangtheatertje bij Kerta, op Monkey Forest Road. Een schimmenspel met bamboepoppen en een betoverende sfeer.
Het is zeker de moeite waard om naar de Monkey Forest te gaan. Een mysterieus bos met riviertje, oude bomen en tempel. Als je om 10.00 uur komt worden de apen gevoerd en heb je geen last van ze. Hieronder zie je de sfeer op de 2 foto’s.

Communicatie met dolfijnen op een spiegelende zee

Vanuit Ubud is het gemakkelijk om vervoer te krijgen naar de noordkust, naar Lovina.
De tocht duurt wel een uur of 5 en het is fijn om halverwege te stoppen bij het Bratan meer bij Candikuning. Je zit daar op 1500 meter hoogte, het is er heerlijk koel, er zijn mooie watertempels en een goed restaurant. Bij de Boeddhistische Stoepa in het park aan het meer, hangt een sterke spirituele sfeer. Daar is het goed mediteren. De botanische tuinen die daar vlakbij in de bergen liggen zijn heel rustig. Je kunt er uren door het parklandschap zwerven. Je kunt daar ook logeren.
Lovina bestaat eigenlijk uit een rij kustdorpen op de noordkust van Bali. Het is er rustiger en alternatiever dan in het toeristengebied bij het vliegveld waar de meeste toeristen verblijven. In het dorpje Kalibukbuk merk je direct de gezellige alternatieve en relaxte sfeer, de prijzen zijn er lager, de mensen behulpzaam. Lovina is bekend om zijn zwarte stranden waar de vissers hun kano’s op het strand trekken en je goedkope dolfijnentrips kunt maken. Zo kun je vanuit gemotoriseerde kano’s van dichtbij de dolfijnen zien. Aan de rand van dit dorpje heeft een Nederlander die getrouwd is met een Balinese een leuk rustig hotel dat bestaat uit een rijtje huisjes aan een zwembad. Door de rijstvelden loop je over een dijkje zo naar het strand. Dat is geen badstrand. De mensen wonen er in hutten met rommelige achtertuinen. De koeien staan er in hun stalletjes te genieten van de zeewind en de vissers leggen er hun mooie kano’s neer.

Het is heerlijk wandelen langs de zee als je de weg een beetje weet en hier en daar achter de huisjes langsloopt. Op het strand wordt je nogal eens een dolfijnentrip aangeboden. De meeste vissers hebben echter de gewoonte om in grote groepen met hun gemotoriseerde kano’s achter de dolfijnen aan te jagen alsof het domme vissen zijn. Dit doet pijn aan je hart als je weet hoe gevoelig en intelligent deze bijzondere zeewezens zijn. Ze worden dan ook regelmatig verstoord. Informeer daarom goed en stel je afspraken duidelijk van tevoren. Misschien kun je het beste met de schippers meegaan die ik onder dit artikel aanraad.
Ik heb 4 keer de dolfijnen van dichtbij gezien. Soms om 7 uur ’s ochtends, soms in de namiddag een paar kilometer uit de kust.

Ontmoeting met de dolfijnen

Vanuit de kano is het nog donker op het water. De zon werpt al rozeoranje licht tegen de wolken. De zee is spiegelglad als parelmoer. Wat een moment om uit te varen naar de dolfijnenfamilies. De kano heeft twee zijvleugels om deze grote uitgeholde boomstam stabiel op het water te houden. Ze lijkt daardoor op een grote waterspin. Ik ben de enige aan boord en de schipper stuurt op de achtersteven. De moesson is nu wat minder, gelukkig. Het is ook al eind maart. Langzaam zie ik de zon opkomen en kijk overal om mij heen of ik de dolfijnen al zie springen. Dan zien we in de verte al meer kano’s bij elkaar, want de wilde dolfijnen zijn dé attractie van deze kust. Als we dichterbij komen zie ik er een paar springen.
Tot mijn spijt varen de vissers maar kriskras door de dolfijngroepen. Ze beseffen niet wat ze doen. Ik leg het uit aan de schipper van mijn boot ‘dolphin dreaming’, zo heet één van mijn kunstwerken. Gelukkig gaan alle toeristen op een gegeven moment terug naar hun ontbijt. Wij blijven dobberen en op mijn verzoek is de motor uit.
Langzaam komen de dolfijnen dichterbij. Je hoort het geluid van de lucht die ze uitblazen door het spuitgat boven op hun hoofd. Om de vijf minuten komen ze boven in een vloeiende beweging met wel tien naast elkaar.

Nu beginnen ze onder de boot door te duiken en als ik mij afstem voel ik hun heerlijke blije energie. Ze zingen in mijn hoofd. Ik ben maar een paar meter bij ze vandaan maar het is net of ik één van hen ben en we zwemmen samen. Zij nemen mij op in hun groep en in hun bewustzijn. Lang blijven de dolfijnen in de buurt. De schipper laat mij in mijn meditatie en is gelukkig met zichzelf. Daar ben ik erg dankbaar voor, want nu kan ik mij helemaal met de dolfijnen en met de dolfijnenenergie verbinden. Dat is een ander trillingsgetal dan wij als mensen hebben. Het is aan de ene kant lichter en voelt veel blijer en ruimer, aan de andere kant heel betrokken en met een diepe liefdeskracht die ze voor elkaar en de groep voelen. Je gaat meetrillen in hun energieveld. Dat is wat dolfijnen met ons doen. Een soort Verlichting brengen waardoor je hart en je kruin opengaan. Zij hebben van hun kruin een plek gemaakt waar door zij ademhalen. Stel je voor dat wij dat door onze kruin zouden doen. Misschien zou er dan ook een veel lichtere energie naar binnen komen. Als ik de boodschap uitzend dat ik afscheid wil nemen en ga vertrekken, komen er drie dolfijnen binnen de zijvleugel van de outrigger kano, tot vlak bij mijn hand. Zij nemen echt afscheid en ik voel het door me heen stromen. Dan, als we beginnen te varen, springen er twee dolfijnen vlak achter de boot in een sierlijke boog uit het water. Wat een cadeau !

Volle maansrituelen in de Besakih tempel

Als afsluiting van mijn Balireis keer ik terug naar Nirarta. Eerst maak ik een excursie naar de watertempels van Tirtagangga, de heiligste bronnen van Bali. Prachtige sfeer, heerlijke tuin. Je kunt er zwemmen in het heilige water, er is een panoramarestaurant en voldoende logies. Van Tirtagangga kun je ook naar de Besakih tempel.
Maar ik maak vanuit Nirarta in de vollemaansweek een pelgrimstocht naar de vulkaan, omdat ik dan een goede gids met vervoer heb. Daar gaan we de jaarlijkse inzegeningen ontvangen in het allergrootste Hindoe tempelcomplex van het eiland.
Iedereen op Bali die dit kan, maakt in deze vollemaansweek een pelgrimstocht naar de Besakih tempel. Dit tempelcomplex ligt op duizend meter hoogte op de flank van de Gunung Agung vulkaan.
Samen met de gids van Nirarta ga ik op weg. Hij draagt de Balinese feestkledij, de witte doek om het hoofd gevouwen, witte blouse met lange mouwen en gekleurde sarong, de paarsblauwe doek tot over de voeten. Zelf draag ik de voorgeschreven blouse met lange mouwen over mijn groene zijden sarong heen met daar over heen een sahs, een soort ceintuur van een brede soort stof. Ik weet al dat toeristen niet bij de rituelen mogen zijn, maar doordat ik deze maand de gebeden, de gebaren met de offergaven en de hele tempelprocedure geleerd heb, is de kans groot dat ik met hem mee de berg op mag.
Eerst gaan wij offers kopen in het dorp, offers van mandjes vol met bloemen en kunstig gevlochten bananenbladeren, gevuld met rijst en andere gaven.
Geleidelijk stijgen wij op onze tocht over slingerende bergwegen door natte bamboewouden en eindeloze rijstvelden die als golvende groenen linten langs de bergen liggen. Zwarte wolkbanken met bliksemschichten hangen als een dak boven de tempelgebouwen en de vulkaan is gehuld in dichte mist.
Na een flinke discussie kom ik door de controle heen. We beklimmen grote trappen versierd met waaiende wimpels en honderden gele parasols die boven vele godenbeelden staan. We zijn nu deel van een eindeloze rij pelgrims, allen in het wit gekleed, die fruit- en bloemenoffers omhoog dragen. De zwarte trappen en de zwarte wolken met de witte pelgrims vormen een surrealistisch schilderij.

In het hart van de tempel

We zijn klein, te midden van de vele zwarte tempeltorens die lijken op Japanse pagodes. Eén lijkt dwars doormidden gespleten en door die opening betreden wij een groot tempelplein. Het voelt alsof wij door een draak worden opgegeten en naar binnen worden getrokken naar het ritueel.
Samen met vijfhonderd andere pelgrims knielen wij op de stenen, begeleid door priesters die hevig zingen en bidden door grote luidsprekers. Ze besprenkelen ons met wijwater. Met grote devotie offert iedereen bloemen tussen gevouwen handen, voor het voorhoofd, dan naar de hemel, dan buigend naar de aarde. Eerst voor je familie en je eigen leven, dan voor Bali en het dorp waar je woont en daarna roepen de priesters op tot één groot gebed voor het universum, voor de goden en godinnen en voor de grote vulkaan de Gunung Agung. Ik voel deze oude krachtplek sidderen.
Hoeveel mensen hebben hier al gebeden? Het krachtveld dat hier opgeroepen wordt ligt verbonden met de vurige wortels van deze vulkaan en stijgt door mij heen, van mijn buik naar mijn hart, naar een grote verwijding van mijn geest die opstijgt, samen met de zielsenergie van dit volk. Niet voor niets is overal de heilige Garuda afgebeeld. De adelaar die ons meetrekt naar andere dimensies.

Als ik mijn ogen opendoe hangen dreigende onweerswolken boven onze hoofden, zij raken de torens van de tempels. In dit hevige regenseizoen kan het elk moment losbarsten met woeste kracht. De priesters houden de regen nog even tegen. Enkele dikke druppels vallen hier en daar neer.
Op het moment dat het lange ritueel eindigt barst het los. We kunnen nog net de paraplus omhoog doen en ons achter een muur verschuilen vlak naast een groep halfnaakte dansers.
Eén danser wordt gekroond met een groot godenmasker in rood met goud, met een enorme bos gouden haren als een leeuwentooi. Op het moment dat hij het heilige masker op krijgt zie ik hem in trance raken. Hij begint te shaken, zijn stem wordt hoog en zingend. Hij stuift het plein op, mensen deinzen aan de kant en daar stroomt de god door hem heen. Een ‘heidens’ kabaal van het gamelanorkest met bellen en koper- en bamboeslaginstrumenten begeleidt zijn wilde dans. Regen en onweer deert hem niet.


Een onvergetelijke sfeer waar ik ’s nachts intense dromen van krijg. Tot mijn verbazing houden deze dromen niet op als ik weer terug ben in Nederland. Nog weken kom ik ’s nachts weer uit in die zwarte Besakihtempel op de vulkaan. Het voelt niet negatief maar toch voel ik mij in dat krachtveld gevangen.
Pas nadat ik in dialoog ben gegaan met de gidsen, begrijp ik wat er gebeurde. Ik heb het sterkste Balinese jaarritueel meegemaakt, waar iedereen intens bidt voor bescherming en verbinding met de goden van die krachtplek. Ik ben van een ander land, van een andere cultuur en heb mij daar totaal aan over gegeven. Nu zit ik nog met een sterke magische draad vast aan die rituelen. Ze werken dus heel sterk!! Alle hindoes op Bali dragen deze sterk opgebouwde magische energie een jaar met zich mee.
Pas nadat ik dit in een eigen ritueel heb losgemaakt met hulp van de gidsen en alles wat mij heilig is, word ik bevrijd van deze (ver)bindende dromen.

Een belangrijke les

Het Balinese sjamanisme, die Stille Kracht van Indonesië, bleef na mijn reis dus nog doorwerken. De toegewijde en devote spiritualiteit van de Balinese mens heeft mij ontroerd, maar het voortdurend offeren uit angst dat de goden zich anders zullen laten gelden en het volgzame, de eigen identiteit inleveren aan het magische werk van de priesters, is niet mijn weg.
Het is belangrijk om je als westers mens heel bewust te zijn wat er gebeurt als je je in een andere Sjamanistische cultuur verbindt met hun goden en kanalen van energie. Of dit nu in Afrika, Indonesië of bijvoorbeeld in Mongolië gebeurt, het is goed jezelf naderhand waar te nemen. Ben je al eerder met deze cultuur verbonden geweest, bijvoorbeeld door vorige levens, dan kunnen de rituelen ook als een thuiskomen voelen. Zo heb ik 25 jaar in de indiaanse cultuur uit Noord – en Zuid Amerika gewerkt en me daar altijd thuis in gevoeld. Hierbij heb ik steeds van de Indianen geleerd om in mijn eigen kracht te gaan staan. En dát is mijn levensweg geworden; vanuit eigen daadkracht én verantwoordelijkheid voor Moeder Aarde spiritualiteit beleven.

Nuttige adressen

Houd er rekening mee dat Bali niet goedkoop meer is. Wel als je bij mensen thuis logeert en eet en het openbaar vervoer gebruikt. Een taxirit naar de andere kant van het eiland kost bijvoorbeeld $ 50 en logies in een eenvoudig hotel per nacht ook $ 50.

GUNUNG AGUNG VULKAAN:
       Nirarta Retraite Centre bij Sidemen, Karangasem
       peter1@awareness-bali.com
       www.awareness-bali.com
       Tel.: (0366) 24122

UBUD:
       Agung Rai Museum of Art, mister Agung Rai
       Tel.: (0361) 976 659
       info@armaresort.com
       www.armaresort.com

       Neka Museum met de Arie Smit collectie en een prachtig uitzicht

       Wajang schimmenspel
       Kerta Accomodation
       (0361) 973 188

       Kecak Dance, zoek de grootste avondvoorstelling in Ubud, bij de oude
       tempel in het centrum.

Fijne en betrouwbare mensen om de Balinese cultuur te leren kennen:

UBUD:
        
Aji Lodge, Ibu en Adji Ariati, gepensioneerde engelse leraar
       Br. Tebesaya No. 11 (small rd)
       Peliatan, Ubud 80571 Gianyar
       Bali – Indonesia
       Tel.: (0361) 973 255 – goedkoop en eenvoudig logies

       I Nyoman Sujana S.Pd, engelse leraar
       Br. Tebesaya no. 29
       Peliatan Ubud – Bali
       Tel.: (0361) 974 251 – goede gids met eigen busje

LOVINA:

       dorpje Kalibukbuk aan zee
       Sawah bungalows, Nederlands en Engels sprekend
       info@sawah-lovina.com
       www.sawah-lovina.com
       Tel.: (0362) 41091, beslist van tevoren boeken

       Het beste restaurantje met uitzicht op het strand
       Tropis Bistro & Bar, de eigenaar heeft een telefoondeal waarbij je bijna
       gratis naar Nederland kunt bellen, dat kun je hem vragen
       eigenaar: Nyoman arya Astawa

       Kanoboot nr. 38 ‘seawalker’ ligt in het centrum voor de restaurants:
       Captain Ketut Bangle, deze man doet de motor uit als je het hem vraagt
       en heeft zelf ook een liefde voor de dolfijnen
       Tel.: 081-? 338 058 154

       Kanoboot nr. 48 ‘dolphin dreaming’ is van de security guard van de Jazz-disco club
       in de hoofdstraat. Ook deze man is heel oké, maar je moet hem wel vertellen
       wat je wil als je bij de dolfijnen bent.
       Dus, motor uit en rustig aan.
       De boot ligt rechts van het centrum van het plaatsje (center).

 
Schilderij ‘De Maangodin’, gemaakt na inspiratie in Lovina

Klik hier om naar de inhoudsopgave van alle reisverhalen te gaan.